Brandveiligheid feestversiering

Houd bij de inrichting van de ruimte rekening met de mogelijkheid te moeten vluchten.

Vluchtwegen

Zorg dat de vluchtwegen bruikbaar zijn.

Deuren in de vluchtroutes:

• zijn niet op slot;
• zijn helemaal vrij van obstakels, gaan niet schuil achter een gordijn en zijn direct te gebruiken;
• gaan over de volle breedte in de vluchtrichting open;
• zijn gemakkelijk te openen door een lichte druk tegen de deur of panieksluiting;
• zijn voorzien van een opschrift 'nooduitgang' of 'nooddeur vrijhouden', dat voldoet aan een NEN-norm;
• zijn alleen versierd, als de versiering met de deur meedraait en niet hindert;
• 100 of meer gasten? Dan zijn er minimaal 2 uitgangen.

In gangen en trappenhuizen die naar een nooduitgang leiden:

• staan of liggen geen spullen;
• hangt geen versiering van textiel;
• zijn vloeren en traptreden stroef;
• liggen geen vloer- en trapbedekkingen die kunnen verschuiven, omkrullen of oprollen of waarover mensen kunnen uitglijden of struikelen.

Zijn de zitplaatsen in rijen opgesteld? Dan gelden er specifieke voorwaarden. Kijk op Opstelling zitplaatsen en verdere inrichting van het bouwbesluit op de website van Rijksoverheid.

Nooduitgang

Komt de nooduitgang uit op een binnenplaats of buitengang? Dan moet daarvandaan de openbare weg (zonder obstakels) te bereiken zijn. Geef duidelijk zichtbaar aan hoe de gasten naar buiten kunnen.

De brandblussers, vluchtrouteaanduidingen, handbrandmelders, rookmeldpanelen en brandmeldpanelen, meldpunten van brandalarminstallatie en/of ontruimingsalarminstallatie en automatische voorzieningen als noodverlichting en sprinklerinstallaties moeten altijd

• zichtbaar en bereikbaar zijn (dus niet verborgen achter versieringen)
• direct kunnen worden gebruikt
• ongehinderd kunnen werken
• minimaal 1x per jaar worden gecontroleerd op goede werking
• voldoen aan de wettelijke eisen.

• Zorg dat al uw personeel het ontruimingsplan of vluchtplan kent.
• Laat iedereen er een keer mee oefenen.
• Zorg dat veiligheidsinstructies goed zichtbaar zijn.
• Stel voor grote bijeenkomsten een verantwoordelijk persoon aan, die doorlopend checkt of aan de brandveiligheidseisen wordt voldaan.

Wees voorzichtig met open vuur. Houd open vuur en binnenvuurwerk altijd minstens 50 centimeter verwijderd van brandbare materialen. Dat geldt voor open haarden (plaats een afscheiding en een vonkenscherm) en kaarsen. Houd bij flamberen zelfs een afstand van 200 centimeter aan. Flambeer zo min mogelijk, of laat iemand met een brandblusser paraat staan. Gebruik liever geen brandbare vloeistoffen zoals spiritus of gassen voor verplaatsbare kooktoestellen.

Decoratiemateriaal, feestverlichting en kerstbomen en kersttakken zijn niet brandvertragend en brandveilig, tenzij dit nadrukkelijk op de verpakking staat of er een brandveiligheidscertificaat bij geleverd wordt.

Slingers, textiel, vlaggetjes en andere versieringen zijn bepalend voor de snelheid waarmee een brand om zich heen grijpt.

• Plaats geen versieringen en stofferingen in de buurt van spots en andere apparatuur die warmer worden dan handwarm.
• Hang plafondversiering buiten bereik van de gasten, op ten minste 2,5 meter hoogte.
• U mag geen gordijnen en ander textiel als versiering ophangen of bevestigen (horizontaal of verticaal) in gangen of trappenhuizen.
• Controleer de bedrading van elektrische kerstversiering en feestversiering op beschadigingen. Haal na afloop altijd de stekker uit het stopcontact. Rol kabelhaspels helemaal af.
• Leg (verleng)snoeren zo dat niemand erover struikelt.
• Plak kabels over een gangpad, met stevige tape af.

Een veilige kerstboom is een kunstboom van moeilijk brandbare kunststof. Let op het certificaat of de aanwijzingen op de verpakking. U mag een natuurlijke kerstboom neerzetten als de boom een kluit heeft en u de boom dagelijks voldoende water geeft. Kijk in het Gebruiksbesluit waar u de boom het beste kunt plaatsen en welke specifieke voorwaarden er gelden voor het gebruik van kerstbomen als decoratiemateriaal.

Kramen, stands, schappen, podia en dergelijke voorzieningen die in een openbare ruimte worden neergezet, moeten brandveilig zijn.

Is het de bedoeling dat de ruimte wordt verduisterd, terwijl er meer dan 50 personen in zijn? Dan moet u zorgen dat de gasten zich toch (redelijk) kunnen oriënteren.

Twijfels? Doe zelf een brandproef. Neem een monster (5 x 25 cm) van het materiaal. Ga naar buiten en houd met een metalen tang een uiteinde van het monster 5 seconden lang in een vlam van een aansteker of lucifer. Neem de vlam weg na 5 seconden, of eerder als het monster vlam vat.

Het materiaal moet hieraan voldoen:

• Tijdens de verhitting zijn geen druppels vrijgekomen (al of niet brandend of druipend).
• Tijdens de verhitting zijn geen roetvlokken vrijgekomen.
• Het materiaal vlamt niet meer dan 15 seconden na en gloeit niet langer dan 60 seconden na.