Inspraakrecht en zienswijzen
Als burger heeft u inspraakrecht bij beslissingen die u raken. Dat betekent dat u uw mening mag geven over de (beleids)plannen van de gemeente.
Dat kunt u doen door uw stem te laten horen in het participatietraject. Wanneer het om een plan gaat waarvoor het bestemmingsplan gewijzigd moet worden, volgt er een officiële inspraakprocedure. Hierbij is inspraak mogelijk.
Let op: Inspraak is iets anders dan burgerparticipatie. Burgerparticipatie vindt meestal plaats voordat de officiële inspraakprocedure start. Idealiter zijn de zienswijzen van belanghebbenden dan al ter sprake gekomen in het participatieproces en zijn deze meegewogen bij de definitieve planvorming. Het staat participanten en andere belanghebbenden die niet meegedaan hebben in het participatietraject vrij om in de officiële inspraakprocedure (alsnog) hun zienswijze kenbaar te maken.
U heeft in ieder geval inspraak over:
- beleidsvoornemens betreffende de stads- of dorpsvernieuwing;
- beleidsvoornemens betreffende de vaststelling of de herziening van het gemeentelijk milieubeleidsplan bedoeld in artikel 4.16 van de Wet milieubeheer;
- beleidsvoornemens betreffende de vaststelling of herziening van de verordening bedoeld in artikel 10.26 van de Wet milieubeheer;
- het ontwerpen of wijzigen van verkeerscirculatieplannen;
- de aanleg, wijziging of opheffing van geluidwerende voorzieningen aan straten, wegen of pleinen;
- de inrichting of herinrichting van wegen, straten of pleinen;
- de inrichting, wijziging of opheffing van parkeervoorzieningen voor meer dan twintig auto's;
- de inrichting, wijziging of opheffing van stallingsgelegenheid voor meer dan veertig (brom)fietsen;
- de inrichting, wijziging of opheffing van recreatieve voorzieningen.
Wanneer we spreken over beleidsvoornemens betreffende de stads- of dorpsvernieuwing hebben we het ook over woningbouwprojecten.
Ter afronding van de inspraak wordt een eindverslag opgemaakt met een de zienswijzen, de reactie daarop en welke punten tot aanpassing van het plan hebben geleid. Indieners worden hiervan in kennis gesteld en op de hoogte gebracht over de verdere procedure. Vervolgens kan men inspreken bij de commissievergadering waar het onderwerp op de agenda staat.
Voor meer informatie, zie hoofdstuk 3 in de Participatie- en inspraakverordening.