Regels voor hergebruik grond en baggerspecie

Op deze pagina beschrijven we de regels die hiervoor gelden binnen de gemeenten Middelburg, Schouwen-Duiveland, Veere en Vlissingen.

Deze informatie is bestemd voor agrariërs, aannemers, loonbedrijven, adviesbureaus en andere partijen die te maken hebben met (her)gebruik van grond en baggerspecie op landbodem.

Het Besluit bodemkwaliteit omvat de kaders en de landelijke regels voor het (her)gebruiken van grond en baggerspecie op landbodem. Elke gemeente heeft binnen deze kaders een eigen set aan regels vastgesteld en omschreven in een Nota bodembeheer met bodemkwaliteitskaart.

Onze uitgangspunten bij regels hergebruik grond en baggerspecie

Het uitgangspunt van het beleid is dat de bodem altijd geschikt moet blijven voor de functie die deze heeft, nu en in de toekomst. Dit betekent dat de kwaliteit van de bodem binnen een gemeente niet mag verslechteren. Ook moet het (her)gebruik van de grond een nuttige en functionele toepassing zijn.

Wat zijn de regels voor hergebruik grond en baggerspecie?

Er zijn zowel generieke (landelijke) als gebiedsspecifieke regels. De gebiedsspecifieke regels gelden alleen voor partijen grond, die binnen één en dezelfde gemeente hergebruikt worden. Grond die afkomstig is van buiten een gemeente, moet voldoen aan de generieke regels.

De basis voor het (her)gebruiken van grond vormen de volgende twee kaarten:

  1. Ontgravingskaart: deze kaart geeft de kwaliteit van te ontgraven grond per deelgebied en per ontgravingsdiepte weer. De ontgravingskaart geldt niet voor uitzonderingslocaties waar bodemverontreiniging kan zijn ontstaan. Hiervoor moet u altijd een apart onderzoek uitvoeren.
  2. Toepassingskaart: deze kaart geeft de (her)gebruiksmogelijkheden van grond, per deelgebied en per diepte weer.

Deze kaarten kunt u digitaal raadplegen op de website van de provincie bij de Bodemkwaliteitskaarten (BKK). Hier kunt u ook de Nota bodembeheer met bodemkwaliteitskaarten van de afzonderlijke gemeenten downloaden.

Welke bewijsmiddelen zijn nodig om grond te mogen hergebruiken?

De volgende bewijsmiddelen kunnen worden gebruikt:

  • Bodemkwaliteitskaart met historische toets;
  • Bodemkwaliteitskaart aangevuld met bodemonderzoek;
  • Partijkeuring of ander geldig kwaliteitscertifcaat.

Welk bewijsmiddel gebruikt kan worden is afhankelijk van de ontgravingskaart en toepassingskaart. Dit is weergegeven in de zogenaamde grondstromenmatrix uit de Nota bodembeheer van de gemeente. Voor het gebruik van de bodemkwaliteitskaart geldt de voorwaarde dat er geen sprake mag zijn van een uitzonderingslocatie, zoals locaties welke verdacht zijn op bodemverontreiniging (bijvoorbeeld een stortlocatie of een locatie waar een brandstoftank heeft gelegen) of locaties waarvan bekend is dat ze verontreinigd zijn. Dit moet blijken uit de historische toets.

Wanneer er sprake is van een uitzonderingslocatie, bent u verplicht een partijkeuring te laten uitvoeren. De resultaten van deze keuring moeten aangeven of de grond geschikt is voor hergebruik.

Voorbeeldsituaties

Wanneer u grond gaat hergebruiken, zijn de volgende situaties mogelijk:

A: U wilt een partij grond ontgraven en binnen dezelfde gemeente hergebruiken

U gaat na of er wel of niet sprake is van een uitzonderingslocatie. Als er sprake is van een uitzonderingslocatie, is altijd een partijkeuring nodig. Als er geen sprake is van een uitzonderingslocatie kunt u de kwaliteit van uw partij grond aflezen op de ontgravingskaart. Vervolgens gaat u na welke toepassingseis geldt op de locatie waar u de grond wilt hergebruiken. Dit doet u door te kijken op de toepassingskaart. U mag de partij grond alleen toepassen als de kwaliteit schoner of gelijk is aan de toepassingseis. Welke kwaliteit waar mag worden toegepast, vindt u
in de grondstromenmatrix van die betreffende gemeente. Hierin is tevens aangegeven of u wel of niet alsnog een partijkeuring of bodemonderzoek moet uitvoeren om de kwaliteit van uw partij grond te bepalen.

B: U wilt een partij grond ontgraven en in een andere gemeente hergebruiken

U gaat na of er wel of niet sprake is van een uitzonderingslocatie. Als er sprake is van een uitzonderingslocatie, is altijd een partijkeuring nodig. Als er geen sprake is van een uitzonderingslocatie kunt u de kwaliteit van uw partij grond aflezen op de ontgravingskaart van de gemeente waar de grond wordt ontgraven. Vervolgens gaat u na welke toepassingseis geldt op de locatie waar u de grond wilt hergebruiken (in de andere gemeente). U mag de partij grond alleen toepassen als de kwaliteit schoner of gelijk is aan de toepassingseis die geldt voor grond afkomstig van buiten die gemeente. De gemeenten Middelburg, Schouwen Duiveland, Veere en Vlissingen accepteren
elkaars bodemkwaliteitskaarten als bewijsmiddel.

C: U wilt een partij grond toepassen met een partijkeuring of ander geldig kwaliteitscertifcaat als bewijsmiddel.

De kwaliteit van de grond die u wilt toepassen, is vastgelegd door bijvoorbeeld een partijkeuring of een bodemonderzoek. Vervolgens gaat u na welke toepassingseis geldt op de locatie waar u de grond wilt toepassen. Dit doet u door te kijken op de toepassingskaart. U mag de partij grond alleen toepassen als de kwaliteit schoner of gelijk is aan de toepassingseis.

Waar moet u nog meer op letten?

Bij het (her)gebruiken van grond moet u naast de regels die al genoemd zijn ook nog op andere zaken letten. De belangrijkste zijn:

  • Er worden per gemeente specifieke eisen gesteld aan de hoeveelheid bijmenging met bodemvreemde materialen zoals puin, glas, oogstrestanten etc.;
  • Voor wegbermen gelden andere regels. Deze zijn eveneens te vinden op de website van de provincie;
  • Er geldt een wettelijke zorgplicht. Op het moment dat u weet of het vermoeden heeft dat de grond verontreinigd is, kunt u die grond niet zonder meer hergebruiken. U moet dan een onderzoek uit laten voeren en aantonen dat de grond geschikt is voor hergebruik;
  • De eigenaar van de toepassingslocatie kan eigen civieltechnische of andere functionele eisen stellen aan de toe te passen grond.

Wanneer moet u melden?

Bent u van plan grond, baggerspecie of bouwstoffen toe te passen? Dan moet u dit in veel gevallen melden bij het Meldpunt bodemkwaliteit van Rijkswaterstaat. Dit is vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit.

Wanneer moet u grond en baggerspecie melden?

Grond- en baggerspecie moet u altijd 5 werkdagen voor de toepassing melden. Dit geldt ook voor opslag korter dan
6 maanden en tijdelijke opslag voorafgaand aan de toepassing. Past u schone grond en baggerspecie toe in hoeveelheden vanaf 50 kubieke meter? Dan moet u eenmalig de toepassingslocatie melden.

Wanneer hoeft u grond en baggerspecie niet te melden?

In de volgende gevallen hoeft u grond en baggerspecie niet te melden:

  • Als u baggerspecie verspreidt op het aangrenzend perceel.
  • Als u grond- of baggerspecie toepast binnen een landbouwbedrijf. Voorwaarde is dat de grond- of baggerspecie komt van een perceel dat bij uw landbouwbedrijf hoort. En dat u op dat perceel een vergelijkbaar gewas teelt als op het perceel waar u de grond- of baggerspecie toepast.
  • Als u tijdelijk grond- of baggerspecie verplaatst of wegneemt uit de toepassing, en daarna op (vrijwel) dezelfde plaats en onder dezelfde conditie terugplaatst.
  • Als u schone grond en baggerspecie toepast in hoeveelheden kleiner dan 50 kubieke meter.
  • Als u particulier bent en niet beroepsmatig grond of baggerspecie toepast.

Is uw toepassing vrijgesteld van meldingsverplichting? Dan moet u nog steeds kunnen aantonen dat de toepassing voldoet aan de vereisten uit het Besluit bodemkwaliteit.

Wanneer moet u bouwstoffen melden?

De toepassing van de meeste bouwstoffen is vrijgesteld van een meldingsverplichting. In de volgende gevallen moet u deze wel melden:

De toepassing van IBC-bouwstoffen moet u minstens 4 weken voor de toepassing melden. Is de milieuhygiënische verklaring op dat moment nog niet beschikbaar? Dan kunt u deze tot uiterlijk 5 werkdagen voor het toepassen doorgeven via het meldpunt.

Bent u eigenaar van bouwstoffen en past u deze opnieuw toe onder dezelfde condities en zonder bewerking? Dan moet u dit uiterlijk 5 werkdagen voor toepassing melden.

Wie mag toepassingen melden?

Volgens het Besluit bodemkwaliteit moet de opdrachtgever toepassingen van bouwstoffen, grond- en baggerspecie melden via het Meldpunt bodemkwaliteit. De opdrachtgever kan deze verplichting ook neerleggen bij de aannemer, leverende grondbank of andere betrokkenen.

Bent u opdrachtnemer?

Zorg dan dat in de opdracht is vastgelegd wie de melding moet verzorgen. Moet u deze melding verzorgen? Dan kunt u deze maken via het Meldpunt bodemkwaliteit met een meldingsaccount. Uiteraard moet u als opdrachtnemer wel verklaren dat u de melding maakt met instemming van de opdrachtgever van de toepassing of de eigenaar van de locatie.

Bron: folder Grond en baggerspecie melden (Meldpunt bodemkwaliteit)

Wat en waar moet ik melden?

Voorafgaand aan het (her)gebruik van de grond moet u beoordelen of uw werkzaamheden meldingsplichtig zijn. Let op: Tijdelijke opslag van grond dient u ook te melden. Of de werkzaamheden meldingsplichtig zijn, controleert u eenvoudig via de schema’s in deze folder. Wanneer u de werkzaamheden inderdaad moet melden, doet u dit via
het Meldpunt BodemKwaliteit. U kunt hier uw melding digitaal doen of het betreffende meldingsformulier downloaden. Bij deze melding voegt u de historische toets of partijkeuring bij. U moet uw melding minimaal vijf werkdagen voor start van de (her)gebruikswerkzaamheden doen.

Tips voor efficient en duurzaam grondverzet

  • Werk (zoveel als mogelijk) met een gesloten grondbalans, zodat u geen grond hoeft af te voeren of elders te hergebruiken;
  • Ga voorafgaand aan de ontgraving na, waar in de directe omgeving toepassingsmogelijkheden zijn. Dit is eenvoudiger, duurzamer voor het milieu en kosten efficiënter. Het voorkomt tijdelijke opslag elders en onnodig, extra transport;
  • Wanneer u twijfelt, kunt u contact opnemen met de gemeente waar u de grond wilt hergebruiken of met de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland. Dit voorkomt problemen achteraf.

Wat moet ik regelen voor het transport van grond?

U heeft de eerder genoemde stappen doorlopen en bent tot de conclusie gekomen dat het (her)gebruik van grond aan de regels voldoet. Vijf werkdagen na de melding kunt u de grond gaan vervoeren. Voor het vervoeren van grond is een begeleidingsbrief verplicht.

In deze brief staat vermeld:

  • datum transport en ontvangst;
  • naam en adres van de ontdoener en de locatie van herkomst;
  • de benaming van het type grond (afvalstof), de hoeveelheid en eventuele bijmengingen. Het type grond is bijvoorbeeld zand, klei of veen;
  • naam en adres van de ontvanger en de locatie van bestemming;
  • wijze van verwijdering;
  • het afvalstroomnummer (alleen verplicht wanneer de grond wordt getransporteerd naar een verwerker, bijvoorbeeld de grondbank);
  • handtekeningen (ontdoener, transporteur en ontvanger);
  • VIHB nummer (staat voor Vervoerders, Inzamelaars, Handelaars en Bemiddelaars van afvalstoffen).

Een begeleidingsbrief kan door iedereen die betrokken is bij het project worden verstrekt. De gemeente verstrekt geen begeleidingsbrief.

Wat is de rol van de gemeente?

De gemeente zal uw melding beoordelen en in het veld controleren of uw toepassing aan de regels voldoet. De gemeente controleert ook op toepassingen die niet zijn gemeld en zal, indien nodig, handhavend optreden. Diverse gemeenten hebben deze taken overgedragen aan de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland.

Disclaimer bij regels voor hergebruik grond en baggerspecie

Disclaimer: deze informatie is met zorg samengesteld door de regionale samenwerking van de Walcherse gemeenten en Schouwen Duiveland. De gemeenten zijn niet aansprakelijk voor enige schade dan wel enige andere indirecte incidentele schade of gevolgschade als gevolg van de inhoud van deze pagina. Wanneer u onduidelijkheden of verschillen ontdekt, geldt dat de inhoud van onze Nota’s bodembeheer altijd leidend is. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de betreffende gemeenten of de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland.